Een beetje Geschiedenis:
Tekst door Raymond De Saegher
In 1978 namen Raymond De Saegher , Eddy Van Ginderdeuren en Pascal De Ma(e)seneer het initiatief om te trachten een jeugdclup uit te bouwen in Vlezenbeek.
Als voorbeeld namen ze de jeugdclups Lennik, Gaasbeek, JEF Eizeringen, Vroem Herne, Kassei Anderlecht, Soggeke Zuun ,Zolderkelderke Negenmanneke e.a.
Ons doel was dus ook een omgeving uit te bouwen waar jongeren ondereen op ongebonden manier konden samenkomen.
Uitnodigingen voor een bijeenkomst van geïnteresseerden werden 2 weken later her en der en op de jaarmarkt rondgedeeld door de 2 nog overblijvende initiatiefnemers.Een voorteken van het snelle natuurlijke verloop van de medewerkers zoals we dat nu ook nog kennen.
Bijlage 1:strookje
Raymond en Eddy werden als 18 en 20jarige overrompeld door de opkomst voor die vergadering boven de post (nu bibliotheek) .
Gelukkig kon ons enthoesiasme in goede en praktisch uitvoerbare banen geleid worden door enkele anciens uit die andere jeugdklups.
Van nul vertrekken is bijzonder moeilijk maar ook uitdagend en dan geeft iedereen zich ten volle en komt de creativiteit en vindingrijkheid in eenieder naar boven.
Bijlage 2: Lidkaart
Een wandeling op de Hogebossen en filmprojekties in zaal Elysée hielden de groep letterlijk en figuurlijk dicht bij mekaar terwijl we op vergaderingen bij Eugeen De Kegel verder zochten naar een lokaal .
Al snel werd een vzw opgericht en de statuten gepubliceerd in het staatsblad zodat we de eerste aktiviteiten konden organiseren en op zoek gaan naar een lokaal .
Van de gemeente kregen we vage beloften, het waren bijna verkiezingen,maar het jeugdhuis dat ons beloofd werd staat er nu nog steeds niet .
We hadden beter toen een lokaal gevraagd voor de gepensioneerden als we er zelf wilden van genieten en een jeugdhuis voor de achterkleinkinderen.
We hadden o.a. samen met het toen kersverse gemeenteraadslid Martin Schoukens een plan ingediend om de ongebruikte kelder onder de post( nu bib) te verbouwen en te benutten.Er werd ons echter gezegd dat het plafond daar te laag was en dat we allemaal een hoebel zouden krijgen van daarin gebukt rond te lopen.Het kind had een naam.
Wisten wij veel dat achter die naam een organisatie zoals nu zou staan met duizenden bezoekers en het grootste feest in St Pieters Leeuw en omstreken.
Dank zij het onderhandelen van o.a. Hilde De Greef met Chantrain van de Poneyfarm konden we een paarde(n)?stal omtoveren in een gezellig lokaal waar we ons konden uitleven.
En waar activiteiten plaatsvonden die je in een café of in de KLJ niet kon meemaken.
En er waren activiteiten!!!
Ik weet niet goed waar iedereen de inzet en energie vandaan haalde om
3 dagen per week open te houden( in de vakantie alle dagen).Niet alleen een paar pinten tappen maar ook kuisen en afwassen en de mazoutkachel opvullen en 's nachts nog de inventaris maken.
Om de 2 weken een avond vergaderen om activiteiten te plannen :
Optredens,elke maand een film, info avonden over werk,dop,leger,bier ,&hellip
Reizen naar ardennen, amsterdam,de mijnen;
Iedereen deed waar hij goed in was .
Sommigen konden zich uitleven met de pen in 't Voil Blad.Aan het handschrift ,want zo verschenen de artikels, zag je al hoe opgewonden de inzender was.
Vooral als de geheimzinnige Zulma de kickerballetjes deed verdwijnen.
Elke maand een blad volschrijven kan niet steeds op een even hoog nivo maar 't Voil blad werd gretig gelezen door gans Vlezenbeek .
Vooral om meer te weten over de geruchten als zouden in ons lokaal orgieën plaatsvinden onder invloed van drugs.
Uiteindelijk bleek het om het ontbloten van enkele bierbuiken te gaan met de bedoeling de omvang te meten.
Tot op de preekstoel klonk het: "laat uw kinderen daar toch niet naartoe gaan "
Om de goegemeente en de familie gerust te stellen en de gelegenheid te geven de Hoebel van nabij te leren kennen werd er een OPENDEURDAG georganiseerd
100 boesteringen op het terras en een sigarenkoers om de mensen alzo buiten het dorp te krijgen en 's avonds een optreden van de Wulkjes.
De BOESTERINGKERMIS was geboren en de HOEBELFEESTEN eigenlijk ook.Feitelijk dankzij de argwanende kritikasters die ons deden besluiten tot een opendeurdag.
4 jaar lang werd deze formule en lokatie in de Obbeekstraat aangehouden.
Er kwam wel een tent aan te pas na enkele jaren voor moest het regenen.
En om de kostprijs van deze tent te spreiden werden ook de andere dagen van het weekend iets georganiseerd.
Toen werden we uit de Poneyfarm gezet. Om allerlei persoonlijke redenen haakten enkele bestuursleden af (legerdienst, emigratie, werk, liefde en andere hobbies, enz.).
Ze werden op natuurlijke wijze vervangen door een nieuwe generatie gemotiveerde jongeren.Johnny Van Hassel werd voorzitter.
Een nieuw onderkomen werd gevonden in een huis aan de vroegere melkerij in de Laudinnestraat.
De jeugdclub werd meer een jeugdcafé.Vele straffe verhalen, die zich afspeelden tussen de tientallen versleten zwartwit teeves die daar stonden,worden nog regelmatig opgerakeld.
Maar ook onze aprilgrappen die we uithaalden in het dorp gaan nog vaak ter sprake komen.
Ik kan u verzekeren dat sommige sukkelaars die we toen hebben "gevangen" elk jaar einde maart nog zeer achterdochtig zijn voor papierslagen, duiveninentingen en nieuwe telefoongidsen.
Zo stuurden we in gans de gemeente een bericht rond dat het binnenbrengen van oude telefoonboeken in het gemeentehuis moest gebeuren, zoniet moest je voor de nieuwe exemplaren betalen.
Toeval wil dat een bestelwagen van de rtt voor het gemeentehuis stond rond de middag en de twijfelaars gingen de zware gele en witte gidsen toch nog halen thuis en bij buren en familieleden.
Het volgende jaar stonden na de zondagmis alle auto's te koop op de parking.
Enkele gefopten kwamen sindsdien nooit meer naar de feesten die eerst nog aan de Laudinnestraat plaatsvonden in een weide van de familie Schoukens(Broek).
Het werd moeilijker om genoeg tooghouders te vinden, het huis aan de melkerij werd afgebroken en er werd besloten alleen nog als feestcomité verder te werken.Erik De Kegel was inmiddels voorzitter geworden en
er konden genoeg vrijwilligers gevonden worden om alleen nog voor de feesten ,die toen al aan de datum van de kermis gekoppeld waren ,hun volle inzet te verlenen.
En daarmee staan of vallen de Hoebelfeesten, toen , nu en in de toekomst.
Met het kunnen rekenen op mensen die veel tijd en moeite opofferen, meestal een deel van hun vakantie ook, om samen deze enorme organisatie te verwezenlijken .Zeker sinds de feesten grootschaliger en over 2 weekends gingen.
Dat gebeurde doordat een grotere en centraler gelegen plaats gevonden werd aan de Vlezenbeeklaan die wij van Etienne van Cutsem mochten gebruiken.En omdat de 15de augustus in het weekend viel.
Vedetten die kwamen en Gerrit werd voorzitter
Vanaf de editie 1998 werd uitgeweken naar de weide in de Nederstraat. We hopen dat Jos en Françine Van Cutsem (Baljuwhoeve) ons nog lang dulden en dat Vlezenbeek voort Leeft!!!met de Hoebelfeesten.
Foto 4 voorzitters
WAAR Kan U ons vinden ?